Erfelijkheid
Bij marterkonijnen is de vererving erg interessant.
Ook met veel kennis blijft het een verrassing welke kleuren je in het nest zult vinden.
De 'patronen' van de marters vererven intermediair,
daarmee bedoelen we dat de jongen er anders uitzien
dan de ouders.
Als je 2 dieren met een 'midden' kleur kruist,
zul je naast donker dieren ook russen krijgen.
Dit zijn natuurlijk geen echte russen,
maar marters met een rusuitmonstering.
Deze russen worden ook wel 'valse' russen
of acclemeratie russen genoemd.
De verhouding waarin donker, midden en russen voorkomen
kun je weergeven met 1:2:1, oftewel 25%, 50%, 25%.
Volgens deze regel heb je in een nest van 8 dieren dus 2 donkere, 4 midden, en 2 russen.
In het duits spreken ze over 'spalterbiges', gespleten vererving.
Om echt te begrijpen hoe dit kan heb je de
genetische codes nodig.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van kruisingen.
Bij elke kruising staat een toelichting.
- middensepia marter X middensepia marter
- rus X donkersepia marter
- middengeel marter X donkersepia marter
- middengeel marter X middengeel marter
- rus X donkergeel marter
MSM X MSM
Dit is de meest voorkomende kruising.
Zoals je kunt zien zijn marters niet raszuiver.
Bij de jongen heeft de dsm 2 x de marterfactor (cm).
De rus heeft 2 x de rusfactor (cn).
Met de dsm en de msm mag je showen, ze zijn erkend.
De russen mogen niet geshowd worden maar zijn wel bruikbaar voor de fok.
Zoals uit volgende kruising blijkt.
Top
RUS X DSM
Uit een kruising met een rus kunnen zelfs weer msm ontstaan.
Alle nakomelingen zijn middensepia marters.
Deze nakomelingen hebben vaak een goede bouw.
In de praktijk moet je wel uitkijken voor witte nageltjes en witte haren in oorranden en vacht.
Alle jongen uit deze kruising hebben de erfelijke factoren cm cn.
Om aan een msm te komen kan je in plaats van een rus ook een mgm gebruiken.
Top
MGM X DSM
Volgens de genetische codes kunnen er nu, naast msm, ook dsm in het nest te vinden zijn.
De msm jongen hebben de erfelijke factoren cm cn.
Dsm jongen hebben de erfelijke factoren cm cm.
Alle jongen uit deze kruising, die we de f1 noemen, hebben in hun genetische code 1 kleine 'e' bij zich.
Hierdoor kunnen er in de f2 ook 'gele' jongen ontstaan.
2 x kleine 'e': dgm, mgm, rus
1 x kleine 'e', 1 x grote 'E': dsm, msm, rus
Top
MGM X MGM
Bij dergelijke kruisingen is altijd 2 x een 'e' aanwezig.
Dit kan dus ook alleen 'gele dieren' opleveren.
Ook de rus heeft in dit geval 2 x een 'e'.
De mgm heeft cm cn.
Niet erkende marterkleurslag is de dgm, deze heeft net als de dsm cm cm.
Hierdoor is de dgm bruikbaar voor de geelmarterfok.
Top
RUS X DGM
Een rus met de erfelijke eigenschappen ee gepaard aan een donkergeel marter levert mgm op.
Alle dieren in deze kruising hebben 2 x 'e'.
Doordat de rus 2 x cn heeft
en de dgm 2 x cm heeft.
Komen er alleen dieren uit met 1 x cm en 1 x cn,
oftewel een nest met 100% mgm.
Top
In plaats van een rus kan je ook een albino nemen.
De cn factor veranderd dan in de c factor.
Algemene regels:
Paar nooit dieren aan elkaar die de zelfde 'fout'hebben.
Fok als het even kan geen broer x zus. Om eigenschappen vast te leggen moet je aan lijnenteelt (een vorm van inteelt) doen.
Bij lijnenteelt kan je fokken met vader x dochter of moeder x zoon .
Haal wel op tijd nieuw bloed.
Kruis niet een 'donker' dier met een 'midden' dier.